Vorige week werd de laatste aflevering van de KRO-serie De roze wildernis uitgezonden. In het programma reisden vier homojongens met hun vaders, die moeite hadden met de geaardheid van hun zoon, door Argentinië om zo nader tot elkaar te komen. Ik vond het een geweldige serie. De personages zijn zeer vermakelijk en presentator Arie Boomsma verricht zijn taak op een voorspelbare maar sympathieke manier. Van mensen in mijn omgeving kreeg ik echter te horen dat zij het programma stigmatiserend vonden en niet vonden bijdragen aan verdere acceptatie van homoseksualiteit. Ik was verbaasd dat te horen, want volgens mij is dat niet het geval.
De ervaring leert dat tv-programma’s, door het belichten van een bepaald onderwerp, een positieve invloed kunnen hebben op hoe mensen over dat onderwerp denken. Een kijkje achter de schermen bij de rechtbank leidde bij kijkers bijvoorbeeld tot meer vertrouwen in de rechterlijke macht (link). Die positieve invloed kan natuurlijk alleen ontstaan – en is alleen terecht – als het onderwerp, in dit geval de homojongens, op een realistische en objectieve manier in beeld wordt gebracht. Daar slaagt De roze wildernis in mijn ogen goed in.
De jongens in De roze wildernis zijn totaal verschillend van elkaar. De makers hebben duidelijk hard hun best gedaan een politiekcorrecte mix van deelnemers te vinden en dat is de redding van het programma. Het klopt dat bij tijden de vooroordelen over homo’s juist bevestigd worden: deelnemer Danley heeft een knotje in het haar, Guno rent hysterisch gillend om een potentieel spugende lama heen en Roy kan geen dag zonder haarlak. Aan de andere kant ontkracht het programma die vooroordelen minstens zo sterk. Danley blijkt op stoere wijze een biggetje te kunnen vangen, Guno is opvallend stil als twee tepelpiercings zijn lichaam ingaan en Roy houdt reptielen in zijn huis. En dan heb ik het nog niet eens gehad over Sietse, die het met zijn Achterhoekse nuchterheid vertikt zich extravagant te kleden voor de gaypride in Buenos Aires. De deelnemers zijn bovendien stuk voor stuk aardige jongens en de kijker bouwt in de loop van de serie een band met ze op.
Het lijkt mij dat De roze wildernis op deze manier alleen maar een positieve invloed kan hebben op het bevooroordeelde beeld dat veel mensen nog van homo’s hebben. Ik zou de KRO dan ook willen vragen om een vervolg. De omroep levert met De roze wildernis, maar ook met andere programma’s, zoals Uit de kast en Hij is een zij, in mijn ogen een positieve bijdrage aan de acceptatie en emancipatie van LHBT-jongeren in Nederland.
Het bericht Bestuurscolumn: De roze wildernis verscheen eerst op Expreszo.